Mikipedia Advocatuur onlangs in Trouw: wetgeving schiet te kort voor scholier van koraninternaat.

Het koraninternaat in Lochem: gevaarlijk of juist leerzaam?

koraninternaatNa elf jaar sluit het islamitische kinderinternaat in Lochem. Hoe ging het eraan toe? De ene ouder roemt het koranonderwijs, de ander stelt dat polarisatie er werd aangewakkerd en dat geweld niet werd geschuwd.

 

Na schooltijd waren de zesendertig kinderen van het internaat Al Islah nog niet klaar. Een kwartier fietsen van het Staring College in Lochem, waar de leerplichtige kinderen overdag onderwijs volgen. Het dorp uit, de bossen door, waarin het internaat ligt. En dan volgde een avond lang koranteksten stampen.

Elf jaar ging het zo, maar die periode is nu ten einde: per aankomend schooljaar stopt het islamitische opleidingsinstituut met het internaat voor kinderen. Voor de achtentwintig oudere jongens en volwassen mannen die imam willen worden en daartoe de heilige teksten bestuderen blijft het instituut open.

Trouw sprak met een aantal ontevreden ouders, die de schoolprestaties van hun kinderen zagen lijden onder de urenlange koranstudie op het internaat. Ook bestuurder Nico Woonink van het Staring College zag de kinderen worstelen. “We merken dat leerlingen die bij Al Islah verblijven het uiterst zwaar hebben met de combinatie van het volgen van voortgezet onderwijs, de koranlessen en het verblijf bij Al Islah – vaak ver van huis.”

De ouders van de jongens die naar het internaat gaan, komen uit het hele land, voornamelijk in de Randstad, waar het overgrote merendeel van de islamitische gemeenschap in Nederland woont. Eens in de zoveel tijd kwamen de jongens een weekend naar huis. De Amsterdamse vriendinnen Rajae en Yassmine zijn alleenstaande moeders. Ze willen om privacyredenen niet met hun echte naam in de krant. Ze dachten dat hun zonen in de bossen in Lochem een rustige leeromgeving zouden vinden, zegt Rajae. “Hij had geen vaderfiguur in z’n leven. En ik wilde dat hij zou kennismaken met de wijsheid van zijn geloof. Daarvoor kon hij beter weg zijn uit de grote stad, dacht ik, met alle verleidingen die je daar vindt.”

Rajae stuurde haar zoon naar het internaat in de veronderstelling dat er ’s avonds ook huiswerkbegeleiding werd gegeven. Maar ze merkte al snel dat er weinig van terechtkwam. Er was geen orde, zegt Yassmine, en de schoolprestaties van haar zoon leden daaronder. “Toen we daar iets van zeiden, was het: de basisschool heeft uw zoon een verkeerd advies gegeven.”

Zelf klasje begonnen

Rajae: “In het huiswerkuurtje was er geen toezicht, laat staan hulp of uitleg. Uiteindelijk zijn we zelf een klasje begonnen. Daarvoor reden we een maand of drie met de auto naar Lochem. Tot ze ons te lastig vonden, en ik niet meer welkom was.”

Op het internaat in Lochem trekt de directeur van Al Islah, sjeik Saïd El Mokadmi, een volle ochtend uit om de klachten te weerspreken. Een rijzige jongeman, met volle baard en gewaad tot op de grond, zet thee, en biedt koekjes aan. Deels herkent hij de verhalen van de ouders, zegt El Mokadmi: “Dat jongens het op het internaat zo zwaar hadden, is een van de redenen dat we besloten de stekker eruit te trekken.”

“Financiële redenen spelen ook mee”, zegt El Mokadmi. Naast de ouderbijdragen (2200 euro per jaar), leeft Al Islah van donaties. Bij veel Marokkaanse slagerijen en groentewinkels staat een geldbusje. En geregeld organiseert Al Islah benefiet-bijeenkomsten bij moskeeën.

Maar de klachten gaan verder. De vier ontevreden ouders met wie Trouw sprak zeggen ook dat het personeel de kinderen zou slaan – al hebben ze daarvoor geen bewijs. Abdelhamid stuurde zijn zoon drie jaar geleden naar het internaat. Hij was een nauw betrokken ouder, die cursussen pedagogiek gaf aan de docenten en een ouderraad opzette.

Volgens Abdelhamid is de leiding over de schreef gegaan met het uitdelen van straf. “Er werd soms geduwd en getrokken aan de jongens. Maar ze moesten ook gerust om elf uur ’s avonds nog de toiletten schoonmaken of gebouwen stofzuigen. Ongeacht of het kind de volgende dag een examen heeft.” Toen zijn zoon vorig jaar opnames liet horen van hoe een van de leidinggevenden naar hem schreeuwde, was de maat vol, zegt Abelhamid. “Ik heb hem van het internaat afgehaald.”

Rajae en Yassmine herkennen dat beeld. “Ik merkte het binnen een maand. Mijn zoon was plots angstig”, zegt Rajae. “Dan belde hij stiekem op – ze mochten niet bellen – en was er weer iets. Ik weet nog dat er een jongen was geslagen. Nee, niet mijn zoon, dat durven ze alleen bij jongens die weinig steun van hun ouders hebben.”

De zoon van Yassmine zou 40 uur straf hebben gekregen voor het laten omvallen van een glas frisdrank, zegt ze. “Dan moest hij een tijdlang de hele afwas doen, van veertig mensen. Of om twee uur ’s nachts de toiletten schoonmaken. Hij is ook eens naar buiten gestuurd, alleen het bos in. Voordat ze de deur achter hem dichtsloegen werd er nog bij gezegd: ‘Je weet toch wel dat het bos vol monsters zit?’.”

Rajae: “Sadistisch gewoon. Het kwam ook voor dat jongens voor straf een toets niet mochten leren. Wij waren niet bang voor hen, al waren het mannen die geen tegenspraak dulden. Ze maakten ons voor van alles uit, en stelden dat we anti-islamitisch te werk gingen.”

Van kinderen afblijven

Het internaat weerspreekt ten stelligste dat ze deze wijze van straffen toepast. El Mokadmi: “Slaan? Nee, dat doen we absoluut niet. We hebben een beleid dat we van kinderen afblijven. Ze kunnen heel moeilijk zijn, maar zou blijken dat een leidinggevende klappen uitdeelt, dan zouden we diegene ontslaan.”

De klachten van de vier ouders waren El Mokadmi al langer bekend. “Er zijn vier ouders die negatief zijn. We hebben er hier honderden gehad die tevreden waren. Dat kan ik hier met een big smile zeggen.”

Volgens El Mokadmi is Abdelhamid niet geloofwaardig – die zou bezig zijn aan een ‘persoonlijke vendetta’. “En zijn zoon had een grote mond. Wat dat betreft valt de appel niet ver van de boom. Hij vernederde leraren waar iedereen bij was.”

Dat er tegen hem geschreeuwd is door de leidinggevende acht El Mokadmi heel wel mogelijk. “Als die bewuste medewerker praat, gaat automatisch het volume van zijn stem omhoog. Hij preekt ook wel eens in Almelo, daar heeft hij geen microfoon nodig.”

Voor de klachten van de moeders heeft El Mokadmi ook een verklaring. Veeleisende types, zegt hij. “Niemand is goed genoeg in hun ogen. Wil je je zoon zelf opvoeden, geen enkel probleem.”

Eerder hadden de vier ouders al hun beklag gedaan over de leefomstandigheden op het internaat, zoals de eenvoudige maaltijden, en de haperende verwarming. Kritiek waar Al Islah iets aan gedaan heeft, zeggen ze. Ook bestuurder Nico Woonink van het Staring College is daarvan op de hoogte. “Maar wij hebben de indruk dat de omstandigheden nog bepaald niet optimaal zijn.”

Al Islah vroeg drie tevreden moeders van leerlingen hun kant van het verhaal te vertellen. Zij zijn juist vol lof over het internaat. Een van hen wil niet met haar naam in de krant, dus noemen we haar Dounia. Haar zoon is een keer zonder toestemming naar de stad gegaan, vertelt ze. “Hij kreeg straf, terecht, dat zou hij thuis ook krijgen. Maar geen zware straf – daar heb ik nog nooit iets van gemerkt.”

Naast haar zit Houria Tourich uit Rotterdam. Ze knikt instemmend. “Toen mijn zoon een keer zoiets deed, belden ze mij, om te vragen wat ik een gepaste straf vond.”

Van een sfeer van ‘wij-zij-denken’ merkt Dounia ook niets, zegt ze: “Er wordt juist op gehamerd dat je aardig moet zijn voor iedereen, omdat je als moslim een visitekaartje bent van de islam. De derde tevreden moeder, Aksa Dilawar uit Rotterdam, beaamt dat: “Ze brengen de kinderen hier gewoon respect bij.”

Misschien wel de zwaarste aanklacht van de ouders luidt dat Al Islah polarisatie aanwakkert. Gaandeweg veranderde de houding van zijn zoon, zegt Abdelhamid. Zijn echtgenoot: “Hij kreeg een vijandigheid over zich. Sprak ineens in termen van ‘wij en zij’, van niet-moslims en moslims. Ik vroeg: ‘Hoe kom je daar nou bij?’.”

Abdelhamid: “Wij hoorden van de directie van het Staring College dat een jongen op school loog. En toen hij daarop werd aangesproken, zei hij dat hij op het internaat had geleerd dat hij tegen ongelovigen mocht liegen.”

Het Staring College bevestigt dit incident, maar Al Islah ontkent het. El Mokadmi wijst erop dat hij regelmatig spreekt op antiradicaliseringsavonden, dat hij heeft meegelopen op een herdenking voor de moord op Charlie Hebdo, en dat hij er geen problemen mee heeft om te spreken voor een joods gezelschap. “Ik denk dat ik een van de weinigen ben die het probleem van radicalisme zo duidelijk benoemt. Wie een aanslag pleegt, treedt uit de islam. Die boodschap kun je in al mijn lezingen terughoren.”

Psychisch geweld

Abelhamid stelt dat Al Islah zijn zoon psychisch geweld heeft aangedaan. Hij klopte aan om raad bij Miki Krau van Mikipedia Advocatuur. Maar zij staat met lege handen, zegt ze. “Onze wetgeving voor internaten schiet ernstig tekort. Iedereen kan een internaat beginnen. En dat zou ook door het buitenland gefinancierd kunnen worden. Kinderen kunnen dus heel eenvoudig slachtoffer worden van indoctrinatie of psychisch geweld.”

In 2015 paste minister Asscher van sociale zaken de wetgeving aan omdat de regering zich zorgen maakte om islamitische internaten die de integratie belemmerden. Nederland telt ongeveer dertig islamitische internaten, de meeste zijn Turks. Sinds begin 2016 moeten internaten gemeenten laten weten dat ze bestaan, krijgen ze een jaarlijkse inspectie, en moet personeel een verklaring omtrent gedrag hebben.

Tumor

Volgens advocaat Krau is het er niet beter op geworden. “Die inspectie kijkt alleen naar brandveiligheid, en of het beleid tegen mishandeling en drugsgebruik wordt nageleefd. Er is, anders dan bij scholen, geen enkele kwaliteitseis voor het personeel of voor het inhoudelijke programma. En al helemaal geen controlemechanismen.”

Voor Al Islah zal het niet meer nodig zijn: nu ze het internaat sluiten, bieden ze in het hele land avond- en weekendonderwijs aan. Het stelt de ontevreden ouders niet gerust. Integendeel, zegt Rajae: “Ik zie het internaat als een tumor, en die gaat nu uitgezaaid worden over het hele land.”

Bekijk het artikel in Trouw