
Huurrecht voor huurders en verhuurders van woonruimte en bedrijfsruimte
Medehuur
In een huwelijk of geregistreerd partnerschap ontstaat medehuur automatisch, mits beide partners op hetzelfde adres wonen en ingeschreven staan. Er is geen extra actie nodig, maar de medehuur eindigt bij een verhuizing.
​
In alle andere situaties wordt iemand alleen medehuurder als de verhuurder of de rechter toestemming geeft na een officieel verzoek. Een medehuurder staat niet op het huurcontract, maar heeft dezelfde rechten en plichten als de hoofdhuurder die wel op het contract staat. Dit betekent dat de medehuurder bijvoorbeeld huurbescherming geniet en in de woning kan blijven wonen als de hoofdhuurder overlijdt.
Als er geen sprake is van een huwelijk of geregistreerd partnerschap, moet de verhuurder toestemming geven voor medehuur. De verhuurder kan hierbij specifieke eisen stellen, zoals:
-
Samenwoonduur: De hoofdhuurder en de beoogde medehuurder moeten al minstens twee jaar samen in de woning wonen.
-
Duurzame huishouding: Er moet sprake zijn van een langdurige, gedeelde huishouding, waarbij de kosten voor levensonderhoud, zoals huur, boodschappen en energie, aantoonbaar samen worden gedragen.
​
Als een stel getrouwd is of een geregistreerd partnerschap heeft en één van hen het huurcontract heeft getekend, is die persoon de officiële huurder. De partner die niet tekende, wordt automatisch medehuurder, dit staat zo in de wet.
Beide partners blijven medehuurder zolang ze samen in de woning wonen en een gezamenlijk huishouden voeren. De medehuurder heeft exact dezelfde rechten en plichten als de hoofdhuurder.
Zodra de hoofdhuurder de woning verlaat, wordt de medehuurder automatisch de nieuwe huurder. Dit geldt ook als het huwelijk of partnerschap pas na het tekenen van het huurcontract is gesloten.
Als de hoofdhuurder overlijdt, neemt de medehuurder automatisch de rol van huurder over. De medehuurder kan dan zonder problemen in de woning blijven wonen.
Als de hoofdhuurder overlijdt en een medebewoner achterlaat die geen medehuurder is, heeft deze medebewoner de mogelijkheid om de kantonrechter te verzoeken de huurovereenkomst over te nemen. Dit verzoek moet binnen zes maanden na het overlijden van de huurder ingediend zijn. De rechter zal het verzoek echter afwijzen als de medebewoner niet kan bewijzen dat de overleden huurder en hij een duurzame gemeenschappelijke huishouding voerden en dat de woning hun hoofdverblijf was. Ook financiële onzekerheid, waardoor de huur mogelijk niet betaald kan worden, of het ontbreken van een huisvestingsvergunning, kunnen redenen zijn voor afwijzing.
​
Een persoon die samenwoont met de huurder in een woning is niet automatisch medehuurder. Dit geldt vooral als ze niet getrouwd zijn of een geregistreerd partnerschap hebben, maar wel samenwonen. In dat geval heeft de medebewoner geen wettelijke rechten en plichten met betrekking tot de huur.
Echter, deze medebewoner kan wel medehuurder worden. Hiervoor moeten de huurder en medebewoner samen een verzoek indienen bij de verhuurder. Een belangrijke voorwaarde is dat ze een duurzame, gemeenschappelijke huishouding voeren.
Nadat het verzoek is ingediend, heeft de verhuurder drie maanden de tijd om schriftelijk akkoord te gaan. Als de verhuurder weigert, kunnen ze naar de kantonrechter gaan. De rechter kan het verzoek afwijzen als de medebewoner niet minstens twee jaar in de woning heeft gewoond, financieel niet in staat is om de huur te betalen, of als het verzoek alleen bedoeld is om de medebewoner snel huurder te maken. Dit wordt gezien als misbruik van de regeling.
Samenhuur, ook wel contractuele medehuur genoemd, is iets anders dan 'gewone' medehuur. Bij samenhuur tekenen twee personen samen het huurcontract met de verhuurder. Dit maakt hen beiden officieel huurder, met alle rechten en plichten van dien. Belangrijk is dat ze hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de volledige huur en alle andere verplichtingen uit het contract. Stel, er ontstaat een huurschuld, dan kan de verhuurder het hele bedrag eisen van één van de huurders, bijvoorbeeld degene met het hoogste inkomen. Dit betekent dat elke huurder verantwoordelijk is voor het geheel, niet slechts voor een deel.
Deze gezamenlijke verantwoordelijkheid blijft bestaan, zelfs als de relatie tussen de huurders eindigt en één van hen verhuist. Ook dan kan de verhuurder de vertrokken huurder aanspreken voor achterstallige betalingen of andere schulden. Dit kan leiden tot ongewenste situaties, waarbij iemand die niet meer in de woning woont, toch financieel verantwoordelijk blijft.
​
Als een samenhuurder besluit te vertrekken, ontstaat er vaak een lastige situatie. Om deze te beëindigen, is het noodzakelijk dat zowel de vertrokken als de achtergebleven samenhuurder gezamenlijk de huurovereenkomst opzeggen. Een individuele opzegging door de vertrokken partij is niet mogelijk; de medewerking van de achterblijvende huurder is dus essentieel.
​
Bij vragen over medehuur of samenhuur is het van cruciaal belang om tijdig juridisch advies in te winnen bij een gespecialiseerde advocaat, zoals Mikipedia Advocatuur. Wij kunnen uw rechtspositie verhelderen en de beschikbare opties uiteenzetten. Bovendien kunnen wij namens u onderhandelen met de verhuurder.
In sommige gevallen is de verhuurder, na overleg, bereid om de huurovereenkomst voort te zetten met de achterblijvende huurder. In uitzonderlijke situaties stemt de verhuurder zelfs in met een eenzijdige opzegging door de vertrokken huurder. Vaak is een voorwaarde hierbij dat de volledige huurschuld is voldaan, ongeacht wie deze heeft veroorzaakt, aangezien beide samenhuurders hoofdelijk aansprakelijk zijn.






